Milieugroep springt in de bres voor laatste onbebouwde stukje landschap tussen Spaubeek en Nuth

‘Stomverbaasd’, was de Milieugroep Schinnen-Spaubeek toen ze vernam van plannen voor uitbreiding op bedrijventerrein De Horsel. Om het agrarisch gebied tussen Schinnen en Nuth te beschermen, doet de Milieugroep nu een appèl op de politiek.

Rob Stikkelbroeck – De Limburger

NUTH/SCHINNEN – Beekdaelen wees het initiatiefvoorstel tot uitbreiding van bedrijventerrein De Horsel richting resoluut af. Het zou niet passen binnen het omgevingsplan. Daarin staat een agrarische invulling van het glooiende landschap tussen Nuth en Schinnen, tussen De Horsel en de weg Vloedsgraaf.

Een wijziging van een omgevingsplan is altijd mogelijk, mits een gemeente daartoe bereid is. Dat was in dit geval niet aan de orde vanwege de omvang van het plan.

Maar kleinschalige plannen, bijvoorbeeld om bedrijven van elders binnen de gemeente te verplaatsen, zijn mogelijk, stelde de gemeente in een reactie. Toen het initiatief in de gemeenteraad werd besproken, bleek niet iedere politieke partij per definitie tegen de uitbreiding. De deur die daarmee op een kier werd gezet, deed de alarmbellen afgaan bij de Milieugroep Schinnen-Spaubeek. „De mond viel open van verbazing”, verwoordt voorzitter Eduard Habets de stemming bij de Milieugroep. „Ondanks dat het hier gaat om een gebied dat agrarisch in gebruik is, is het toch een belangrijke schakel in het landschap. Niet alleen voor het beeld maar ook voor dieren in het gebied.”

In een brief aan de gemeenteraad wil de Milieugroep de waarde van het gebied voor landschap en fauna. duidelijk maken. ‘Hier is het Heuvelland duidelijk herkenbaar door de flauwe helling tussen het dal van de Geleenbeek en het plateau van Schimmert.

Door het open houden van dit gebied wordt voorkomen dat langs de A76 vanaf Spaubeek tot het buurtschap Laar een gesloten lint van bebouwing en bedrijfsterreinen ontstaat.’

‘Het open gebied tussen Nuth en Schinnen is nog de enige mogelijkheid in de regio om het Heuvelland ten westen en oosten van de A76 landschappelijk te verbinden. Dit is van groot belang voor de fauna. Het Geleenbeekdal is hier de verbindende schakel. Bij de aanleg van de aansluiting van de Buitenring is deze schakel fors verkleind. Faunapassages werken niet en zijn er onvoldoende’, aldus de Milieugroep.

Hier de brief aan de gemeenteraad: Raadsbrief bouwen in het buitengebied

Limburgse natuur- en erfgoedorganisaties vragen provincie om actie voor landschap

 

Een coalitie van 28 natuur- en erfgoedorganisaties, waaronder Milieugroep Schinnen-Spaubeek, heeft de Provincie Limburg opgeroepen om sterker in te zetten op de bescherming en versterking van het Limburgse landschap. In een gezamenlijke brief aan het college van Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten pleiten zij voor concrete maatregelen om de karakteristieke landschapselementen van de provincie beter te beschermen, te behouden en te beheren.

Het Limburgse landschap is uniek door zijn houtwallen, hagen, graften en holle wegen. Deze elementen vormen niet alleen het hart van de Limburgse identiteit, maar spelen ook een cruciale rol in het bevorderen van biodiversiteit, waterregulatie en behoud van ons cultureel erfgoed. Echter, door veranderingen in landgebruik en stedelijke groei, staan deze waardevolle elementen steeds meer onder druk.

“Het Limburgse landschap dreigt zijn eigenheid te verliezen als er nu niet wordt ingegrepen,” waarschuwt Pascale Plusquin, directeur van de Natuur en Milieufederatie Limburg.

Ze benadrukt dat het behoud van deze landschapselementen essentieel is voor zowel de ecologische, economische als de culturele waarde van de provincie. “De aandacht voor landschapsbeheer is de afgelopen jaren verslapt, terwijl juist nu actie nodig is.”

In hun oproep vragen de organisaties de provincie om meer ambitie en concrete stappen. Zij pleiten voor langdurig behoud van landschapselementen in de omgevingsverordening en -plannen, de oprichting van een landschapsregister, het stimuleren van samenwerking tussen gemeenten om een uniforme bescherming te waarborgen en versterken van lokale initiatieven door onder andere educatie. Daarnaast is er behoefte aan een evaluatie van de subsidieregelingen voor landschapsbeheer, zodat ook kleine agrariërs en stichtingen hier beter gebruik van kunnen maken.

Lee Vos van Erfgoedvereniging Bond Heemschut, mede-initiatiefnemer van de brief, benadrukt de urgentie: “het merendeel van onze landschapselementen is nog steeds niet planologisch of juridisch beschermd. Ook wordt er door provincie en gemeenten niet of nauwelijks tegen het opruimen van deze waardevolle elementen handhavend opgetreden”.

“Inmiddels is 60% en in sommige gemeenten zelfs 70 % van onze karakteristieke landschapselementen uit ons Limburgse landschap verdwenen”.

“Na jaren van intensief lobbyen om het unieke Limburgse landschap te redden, ben ik blij dat zoveel organisaties zich verenigd hebben om de provincie tot actie op te roepen”.

“Het is nu het moment om gezamenlijk verantwoordelijkheid te nemen en ons landschap voor toekomstige generaties te herstellen, te beschermen en juridisch te borgen”.

De brief komt op een cruciaal moment, nu er vanuit het Rijk en de Europese Unie meer aandacht en financiering komt voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer. De betrokken organisaties roepen de provincie op om de regie te nemen en samen met andere bestuurslagen afspraken te maken over de verdeling van financiële middelen voor landschapsbeheer.

Dit zal niet alleen de provinciale middelen aanvullen, maar ook zorgen voor een bredere basis van ondersteuning en investeringen.

“Wij zijn bereid om mee te denken en oplossingen aan te dragen,” besluit Plusquin. “Maar het is nu aan de provincie om daadkracht te tonen en samen met ons Limburg groener en veerkrachtiger te maken.”

Hier de brief: Brief_Landschapselementen

Strategisch Actieplan Middengebied Zuid-Limburg

Negen plattelandsgemeenten (m.u.v. de gemeente Beek) in Zuid-Limburg hebben Luc Soete, hoogleraar economie aan de Universiteit Maastricht, opdracht gegeven een rapport te schrijven over de overeenkomsten tussen deze gemeenten en waar hun gezamenlijke kansen liggen. Het middengebied is de regio gelegen tussen de verstedelijkte regio’s Maastricht, Sittard-Geleen en Parkstad.

Voor het rapport: Van groen hart tot groene long